JA21 op werkbezoek bij KHN

Aanwezig waren onder anderen KHN-voorzitter Marijke Vuik, KHN-directeur Udo en lokale horecaondernemers, waaronder Nina Hooimeijer.

Veiligheid als gezamenlijke verantwoordelijkheid

Het werkbezoek vond plaats tijdens de landelijke Week van de Veiligheid, waarin extra aandacht wordt gevraagd voor de samenwerking tussen ondernemers, overheid en handhaving bij het creëren van een veilige omgeving.

“De horeca is het hart van onze samenleving,” aldus Marijke Vuik. “Onze bedrijven zijn plekken waar mensen elkaar ontmoeten en waar verbinding ontstaat. Maar dat kan alleen in een omgeving waar ondernemers, medewerkers en gasten zich veilig voelen. Samenwerking tussen overheid, handhaving en ondernemers is daarin cruciaal.”

Ook in Rotterdam is veiligheid een belangrijk en soms urgent thema. De stad kent een bruisend nachtleven, maar ondernemers ervaren dat ze steeds vaker zélf moeten investeren in beveiliging.

Nina Hooimeijer: “In Rotterdam zien we dat ondernemers regelmatig zelf beveiligers moeten inhuren om de veiligheid rond hun zaak te waarborgen. Dat zou niet nodig moeten zijn. Veiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ondernemers, gemeente en politie.”

Ingrid Coenradie voegt hier aan toe dat je als politiek geen extra handhavers of politieagenten er bij kunt toveren, maar dat in overleg met de betrokken partijen er een slimmere en meer efficiënte inzet kan plaatsvinden, waardoor ook de veiligheid in de horeca, met name in de avonduren, beter gewaarborgd kan worden.

Minder regeldruk, meer vertrouwen

Naast veiligheid stond ook de toenemende regeldruk centraal in het gesprek. Horecaondernemers ervaren dat de hoeveelheid regels en administratieve verplichtingen blijft groeien, terwijl deze niet altijd bijdragen aan veiliger of beter ondernemen.

KHN pleit daarom voor meer vertrouwen in ondernemers en voor het loslaten van regels die in de praktijk weinig toevoegen.

Marijke: “Ondernemers willen niets liever dan goed en verantwoord werken. Maar de groeiende regeldruk maakt dat vaak moeilijk. We moeten durven kijken welke regels écht nodig zijn - en loslaten wat niet werkt. Vertrouwen geven werkt beter dan wantrouwen organiseren.”

Joost Eerdmans: “Ondernemers moeten de ruimte krijgen om te doen waar zij goed in zijn: ondernemen. Ik zou zeggen, geef hen daartoe ook de ruimte. Wij zijn en blijven de komende tijd scherp in de debatten op dit gebied om de regeldruk terug te brengen.”

Druk op marges en stijgende kosten

Tijdens het werkbezoek kwam ook de toenemende financiële druk in de sector ter sprake. Door gestegen inkoopprijzen, energiekosten en loonkosten staan de marges zwaar onder druk. Vooral de recente en opeenvolgende verhogingen van het wettelijk minimumloon (WML) leiden bij veel ondernemers tot zorgen.

We hebben benadrukt dat horecaondernemers hun medewerkers graag goed willen belonen, maar dat verdere verhogingen nu nauwelijks op te brengen zijn. Volgens ons ligt de oplossing niet alleen in het verhogen van het WML, maar juist in het verbeteren van wat medewerkers netto overhouden. Dat kan door te kijken naar belastingdruk, premies en toeslagen, zodat werken in de horeca aantrekkelijk blijft - zónder dat dit bedrijven financieel ondermijnt.

Samenwerken aan een toekomstbestendige horeca

Het werkbezoek werd afgesloten met de gedeelde conclusie dat samenwerking de sleutel is. Alleen door een open dialoog tussen ondernemers, politiek en overheid kunnen problemen worden aangepakt en oplossingen worden gevonden die echt werken in de praktijk.

Wij blijven ons landelijk inzetten voor een gezonde, veilige en toekomstbestendige horeca, waarin ruimte blijft voor ondernemerschap, goed werkgeverschap en gastvrijheid.