KHN is in principe geen voorstander van 'blurring' met alcohol. Er moet een scheiding blijven tussen horeca met een vergunning volgens de Drank- en Horecawet (DHW) en detailhandel. En als de politiek ‘blurren-met-alcohol’ toch makkelijker wil maken, dan moeten voor alle partijen dezelfde regels gelden. Uit een enquête van KHN onder 1500 leden blijkt dat 91 % dat standpunt nog steeds actueel vindt.
Naar verwachting start eind 2018 of begin 2019 de evaluatie van de Drank- en Horecawet. Bij die evaluatie wordt ook gesproken over ‘blurring-met alcohol’. KHN deed afgelopen maand een enquête onder de leden en polste daarbij hun mening: Moeten de grenzen tussen horeca-met-alcohol en detailhandel versoepeld worden? En zo ja, onder welke voorwaarden? We hebben KHN-leden vijf stellingen met verschillende varianten voorgelegd. Op die manier krijgen we een goed beeld hoe horecaondernemers aankijken tegen ‘blurring-met-alcohol’.
Een ruime meerderheid van de respondenten (77 procent) vindt dat er een scheiding moet blijven tussen horeca met een vergunning volgens de Drank- en Horecawet (DHW) en detailhandel. Ruim 80 procent is absoluut geen voorstander van het loslaten van de huidige vergunningseisen (vergunning, Verklaring Sociale Hygiëne en inrichtingseisen) voor iedereen.
De meeste respondenten vinden het eigenlijk logisch dat horecaondernemers met een DHW-vergunning horecagerelateerde producten zoals kookboeken, flessen wijn voor thuis of olijfolie kunnen verkopen in de horecalokaliteit. Zo lang dat maar ondergeschikt blijft aan de hoofdactiviteit. De meningen zijn veel meer verdeeld over de optie waarbij winkeliers in de winkelruimte (zwak)alcoholische dranken moeten kunnen verkopen voor directe consumptie als ze voldoen aan de zelfde eisen die gelden voor horecaondernemers (vergunning, sociale hygiëne en inrichtingseisen) én de horeca-activiteit ondergeschikt blijft aan de hoofdactiviteit. Een kleine meerderheid van 53 procent kan daar mee leven, 42 procent niet.
De variant waarbij winkeliers (zwak)alcoholische drank kunnen verkopen waarbij ze wel moeten beschikken over een vergunning en leidinggevenden moeten beschikking over een Verklaring Sociale Hygiëne maar waarbij de inrichtingseisen voor iedereen (dus voor horeca én retail) worden versoepeld, is volgens 61 procent geen goed idee. Ruim 30 procent kan zich daar wel in vinden. Deze variant komt het meest in de buurt bij het initiatiefwetsvoorstel dat Tweede Kamerlid Erik Ziengs van plan is in te dienen.
Voorzitter KHN, Robèr Willemsen: “Deze uitkomsten geven aan dat ons standpunt over ‘blurring-met-alcohol’ nog actueel is. Wat ons betreft zijn de bestaande regels ervoor om te zorgen dat alcohol op een verantwoorde manier wordt verstrekt. Als de politiek al blurren met alcohol zou willen toestaan, dan vindt KHN dat voor andere alcoholverstrekkers dezelfde voorwaarden moeten gelden als voor de reguliere horeca met een Drank en Horecawetvergunning. Dus: dezelfde vergunnings- en opleidingseisen (Verklaring Sociale Hygiëne) en dezelfde eisen die aan de inrichting worden gesteld. Gelijke monniken, gelijke kappen.”
In juni 2018 vroeg Hart van Nederland het Nederlandse publiek wat zij van ‘blurring’ met alcohol vinden. Wat blijkt: 69% vindt dat mensen die alcohol schenken aan opleidingseisen moeten voldoen. Ook vinden zij dat er aan horeca en retail dezelfde eisen moeten worden gesteld.