Wanneer mag een medewerker zo’n verzoek indienen? En hoe snel moet je reageren? KHN geeft antwoord en advies!
Hiervoor bestaat de Wet Flexibel Werken. In deze wet is vastgelegd dat een medewerker een verzoek mag doen om zijn of haar werkuren naar boven of naar beneden bij te stellen. In principe kan iedere medewerker een verzoek doen om meer of minder te gaan werken.
Aanpassing arbeidsduur in kleine bedrijven
De wet stelt wel als eis dat het bedrijf minimaal 10 medewerkers in dienst heeft. Heb je minder dan 10 medewerkers in dienst, dan moet jij als werkgever zelf een regeling opstellen. In die regeling mag je bepalen dat jouw medewerker de werktijd niet mag uitbreiden. Als jouw medewerker minder wil gaan werken moet je dat toestaan, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dit te weigeren.
Voorwaarden
Er zijn een paar voorwaarden waar je medewerker aan moet voldoen:
- De medewerker moet ten minste 26 weken in dienst zijn voorafgaand aan het beoogde tijdstip van ingang van de aanpassing. Dat hoeft geen aaneengesloten periode te zijn: als hij kortere perioden achter elkaar heeft gewerkt (met tussenpozen van 3 maanden of minder), kan hij die perioden bij elkaar optellen. Dat geldt ook voor perioden waarin voor verschillende opvolgende werkgevers is gewerkt.
- De medewerker kan één jaar nadat je het verzoek hebt ingewilligd of afgewezen een nieuw verzoek indienen.
- Medewerkers moeten het verzoek minstens twee maanden voor de beoogde ingangsdatum indienen.
Verzoek weigeren
Je mag een verzoek weigeren als je bedrijf na inwilliging van het verzoek van de medewerker in ernstige problemen zou komen ('zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen'). Dat is het geval als door de vermindering van de arbeidsduur problemen ontstaan:
- Bij het vinden van een vervanger die het werk overneemt, of
- Op het gebied van de veiligheid, of
- Van roostertechnische aard
Redenen om vermeerdering van de arbeidsduur te weigeren zijn:
- Er is geen geld voor (bijvoorbeeld bij gesubsidieerd werk als de subsidie niet voldoende is om de extra loonkosten te betalen)
- Er is niet voldoende werk
- De vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting biedt geen ruimte
Hoe reageer je op het verzoek van je medewerker:
- Je gaat akkoord; de arbeidsovereenkomst wordt aangepast.
- Je gaat wel akkoord met meer of minder werken, maar niet met de voorgestelde werktijdverdeling, in dat geval doe je een ander voorstel. Is de medewerker het daar niet mee eens dan gaat de aanpassing niet door.
- Je gaat niet akkoord. In een schriftelijke motivatie geef je de medewerker uitleg over de beslissing.
- Je reageert niet op het verzoek; in dat geval mag de medewerker ervan uitgaan dat jij akkoord gaat en de arbeidstijd aanpast zoals voorgesteld (ook als achteraf blijkt dat je het hier niet mee eens bent).
In alle gevallen geldt dat je minimaal een maand voor de voorgestelde datum waarop de uren worden aangepast moet reageren.
Vragen?
Neem contact op met één van onze adviseurs van KHN Advies via 0348 48 94 89 of mail naar khnadvies@khn.nl.