Duivels dilemma

Strijdlust, passie en doorzettingsvermogen; dat zie ik nog steeds elke dag bij horecaondernemers. Maar inmiddels is het bijna één jaar geleden dat in Nederland de eerste besmetting met het coronavirus werd vastgesteld. Op 15 maart 2020 ging het land op slot. Voor de horeca staat de gezondheid van haar gasten op één, dus natuurlijk was er alle begrip en de deuren gingen dicht. Sámen zouden we dit virus onder controle krijgen. In de zomer volgde er een klein lichtpuntje: in juni mocht een deel van de sector haar deuren onder strenge voorwaarden weer openen. Het was onmogelijk om rendabel te draaien, maar we deden het sámen, als branche. We gingen veilig en verantwoord open met begrip voor de duivelse dilemma’s waar de overheid voor stond. Met pijn in mijn hart sloot ik op 14 oktober opnieuw de deuren van mijn zaken. De aanscherpingen waren duivelse dilemma’s volgens het kabinet. Het lag niet aan de horeca, ondernemers hielden zich keurig aan de regels. Maar de verkeersbewegingen die horecabezoeken met zich meebrengen en het gedrag van mensen waren het probleem, aldus onze premier. Thuis kreeg ik tijdens discussies over de maatregelen steeds vaker te horen dat ik steeds meer op een politicus begon te lijken. En waarom ik in plaats daarvan de oproep uit de branche om de deuren te openen niet steunde. Complete onzin uiteraard, want mijn ondernemershart bloedde vanaf dag een keihard. Ik zag de maatschappelijke ellende, de pijn bij mijn kinderen door alle beperkingen, mijn (schoon)ouders die nauwelijks contacten hadden en voelde de pijn van een gesloten branche. Ook de pijn en het verdriet bij mijn personeel en de financiële situatie binnen mijn bedrijven zorgden voor slapeloze nachten. Inmiddels zijn we bijna een jaar verder en is er nog steeds geen perspectief. De onderbouwing voor de sluiting ontbreekt, terwijl de financiële en mentale problemen zich opstapelen. Daarom stapt KHN naar de rechter. De druk van de crisis wordt steeds meer op de schouders van ondernemers gegooid en dat kan zo niet langer. Openlijk oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid kan uiteraard niet vanuit mijn rol als voorzitter, maar ik snap de roep van ‘opstandige’ ondernemers om de deuren te openen. Het kabinet laat met zijn niet onderbouwde beleid de branche volledig in de kou staan en staat niet open voor wat er wél kan. De afgelopen weken vraag ik mij regelmatig af wat ik er van vind als de horeca haar deuren opent zonder toestemming. Een duivels dilemma? Of inmiddels bittere noodzaak? Robèr Willemsen KHN-voorzitter