Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Karien van Gennip, werkt momenteel aan voorstellen voor nieuwe wetgeving waarmee flexibiliteit in arbeidscontracten verder aan banden wordt gelegd. Ze wil hiermee de inkomenszekerheid van werknemers verbeteren. Dirk Beljaarts, algemeen directeur van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) benadrukt in de lobby dat er een zekere mate van flexibiliteit van inzet van medewerkers noodzakelijk is voor de horeca. “Deze flexibiliteit is prima te combineren met inkomenszekerheid”, zo geeft hij aan.

De minister lost een probleem op dat er niet is

Natuurlijk zijn wij ook van mening dat werknemers beschermd moeten worden tegen enkel tijdelijke contracten. Elke medewerker in de horeca moet bestaanszekerheid hebben, moet niet na elk aflopend contract hoeven te wisselen van werkgever, moet een hypotheek kunnen aanvragen en moet een toekomst op kunnen bouwen. Daarin vinden we elkaar prima. Maar Minister van Gennip lost ook een probleem op dat niet bestaat op het gebied van flexwerken. Veel jongeren hebben een andere manier van werken en behoefte aan werk-privé balans, dan jaren terug. Veel van hen willen juist zelf flexibiliteit, zodat ze zelf kunnen bepalen wanneer ze werken. Velen weten zelf nog niet of en hoeveel dagen ze volgende week willen werken, laat staan de week erna. Of omdat ze van hun werkgever onderling mogen ruilen in het rooster. Deze werknemers willen niet beschermd worden door de overheid. Ze willen zélf de nodige flexibiliteit. Het is daarom van belang dit duidelijke signaal ter harte te nemen en onderdeel te maken van het wetsvoorstel.

Hoe kwamen we tot dit punt?

Drie jaar geleden kwam de Commissie Regulering van Werk (Commissie-Borstlap) met adviezen voor de arbeidsmarkt. En twee jaar geleden kwam de Sociaal Economische Raad (SER) met haar middellange termijnadvies (MLT-advies). In beide rapporten wordt geadviseerd flexibiliteit in arbeidscontracten verder terug te dringen. De Rutte IV coalitie heeft die adviezen grotendeels overgenomen in het coalitieakkoord. Daardoor weten we dat de mogelijkheid voor 0-urencontracten in nieuwe wetgeving zal verdwijnen. Ook op andere onderdelen, bijvoorbeeld de keten van contracten, zal de flexibiliteit verder worden teruggebracht. De politiek vindt in meerderheid dat er meer inkomenszekerheid voor werkenden moet komen. En dat dit op die manier bereikt zal worden. Wel zijn er in alle plannen, mede door onze lobby, altijd uitzonderingsmogelijkheden opengelaten. Bijvoorbeeld seizoencontracten en de flexibele inzet van studenten en scholieren.

Uitzonderingen in het wetsvoorstel

Die uitzonderingen moeten nu hun weg vinden in het wetsvoorstel. Dit heeft financieel-economische consequenties voor horecaondernemers. Want kunt u zich voorstellen welke onwerkbare situatie we krijgen als seizoensafhankelijke ondernemers (bijvoorbeeld strandtenthouders afhankelijk van weer) hun werknemers een maand vooruit moeten inroosteren? En hoe geef je werknemers vaste uren en dagen als ze voor een evenementenorganisator werken, die maar een paar evenementen per jaar organiseert? Telkens vastklikken van uren door pieken in het werkaanbod kan niet. En zo zijn er veel voorbeelden van hoe maatregelen ondernemen onwerkbaar kan maken, met alle financiële gevolgen voor ondernemers van dien. Je mag de rekening voor deze drang en dwang niet bij ondernemers neerleggen.

Dreigend gevaar zzp

Eén van de gevaren die niet gezien wordt, is het gevaar dat het gebrek aan flexibiliteit – daar waar medewerkers dat zelf wensen – zich gaat vertalen in een toename van zzp’ers. Die zich dan op hun voorwaarden weer laten inhuren. Dwang en drang zijn zelden goede middelen om een doel te bereiken, maar als de flexibiliteit – waar medewerkers zélf behoefte aan hebben – met de beoogde wetgeving aan banden wordt gelegd, vinden medewerkers daar zelf een uitweg voor. Bijvoorbeeld door werken als zzp’er. We weten immers dat de mix van minder dienstverbanden en meer zzp’ers een aanslag is op het werknemersverzekeringsstelsel (zoals WIA en WW). Maar we weten ook dat veel zzp’ers geen geld apart zetten en inleggen voor pensioen. En die rekening krijgen we als samenleving jaren later gepresenteerd.

Oproep aan de minister

Op het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wordt nu gewerkt aan een eerste opzet van een wetsvoorstel waarin de plannen van het kabinet worden uitgewerkt. In maart wordt er waarschijnlijk een brief aan de Tweede Kamer gestuurd, waarin minister Van Gennip uitlegt hoe zij van plan is de coalitieplannen uit te voeren. Onze oproep aan de minister is om voor de horeca – maar ook andere sectoren waar flexibiliteit hard nodig is (zoals de retail, recreatie, evenementen en beveiliging) – flexibiliteit mogelijk te maken. We denken niet zwart-wit; het is voor ons niet óf flexibel óf vast. Een zekere mate van flexibele inzet van werknemers kan prima gecombineerd worden met inkomenszekerheid. En doet recht aan de wens voor flexibiliteit van de werknemers zelf.

Deze column werd oorspronkelijk gedeeld op deondernemer.nl

Direct advies nodig?

We zijn ma t/m vr van 9.30 tot 16.00 uur telefonisch bereikbaar op 0348 48 94 89. Je kunt ook mailen naar info@khn.nl of je vraag stellen via het contactformulier.

Liever uitgebreider en persoonlijk contact? Maak dan een afspraak voor een online adviesgesprek via dit formulier.

Contactgegevens