De situatie

Horecaondernemers hebben te maken met veel vormen van lokale belastingen en heffingen, waaronder toeristenbelasting, precariorechten en leges voor vergunningen. Door de optelsom van maatregelen wordt de horecasector onevenredig zwaar getroffen. De tarieven overstijgen al jaren het inflatiecijfer en er zijn grote verschillen tussen gemeenten. Ook ontbreekt vaak een eenduidige of heldere grondslag.
De gemeentelijke autonomie maakt landelijke afschaffing of uniformering van toeristenbelasting onmogelijk.

Ook gemeenten hadden te maken gehad met de gevolgen van de coronacrisis. Enerzijds doordat ze minder inkomsten hadden, denk bij voorbeeld aan toeristenbelasting, anderzijds doordat ook gemeenten financiële voorzieningen hebben getroffen voor hun noodlijdende ondernemers dan wel doordat een groter beroep wordt gedaan door burgers die terug moeten vallen op bijstand. De rijksoverheid had extra geld vrijgemaakt voor gemeenten om de gevolgen van corona op te kunnen vangen maar het is de vraag of dat voldoende is geweest.

Voorkomen moet worden dat deze tegenvallers voor de gemeentebegroting zich straks gaan vertalen in een verhoging van lokale lasten. Met ingang van 2026 eindigt het huidige financiële systeem tussen Rijk en lagere overheden en het nieuwe systeem zal er niet eerder dan 2027 zijn. Er is een reële kans dat gemeenten de komende jaren minder geld van het Rijk uit het gemeentefonds ontvangen en wellicht meer mogelijkheden krijgen om lokaal extra belasting heffen. We vrezen voor eenzijdige lastenverhogingen voor het bedrijfsleven in het algemeen en de horeca in het bijzonder, omdat vooral daar sprake is van stapeling van belastingen en heffingen.

Standpunt KHN

De toename in verschillende soorten lokale belastingen, leges en heffingen is KHN een doorn in het oog. KHN pleit voor eenduidige (landelijk geldende) grondslagen voor lokale belastingen, leges en heffingen. Ook pleit KHN voor een micronorm: de lokale belastingopbrengst mag niet hoger zijn dan in het jaar ervoor (behalve correctie voor Inflatie- en volume-effecten).


1. De autonomie van lokale overheden op het gebied van belastingheffing moet niet verder worden vergroot.
2. Ondernemers moeten een, via de Gemeentewet verankerd, recht krijgen op inspraak op voorhand op de gemeentebegroting. B&W moet verantwoording afleggen van wat zij met de inspraak hebben gedaan bij het indienen van de begroting.
3. De voortdurende (ongefundeerde) stijging van gemeentelijke lasten moet stoppen én dat gemeenten moeten aantonen hoe zij tot (de hoogte van) bepaalde leges komen. Uitgangspunt moet zijn: een efficiënt werkende gemeente.
4. De BIZ (Bedrijfsinvesteringszone) is een goed instrument om invulling te geven aan gezamenlijke wensen en belangen van ondernemers in een specifiek gebied. Voorwaarde is wel dat de BIZ door de gemeente niet wordt gebruikt om gemeentelijke basistaken over te hevelen naar ondernemers.
5. De opbrengst en dus hoogte van toeristenbelasting moet wettelijk begrensd worden en aantoonbaar (transparant) terugvloeien naar de gastvrijheidseconomie.

      Meer informatie

      Gerelateerde standpunten

      Lees meer