KHN: Nu stoppen met steun is ramp voor horeca

Op woensdag 29 september debatteert de Tweede Kamer over coronasteunmaatregelen. Het kabinet wil de generieke steunmaatregelen NOW, TVL, TOZO en TONK stopzetten per 1 oktober 2021. Wel is het kabinet afgelopen vrijdag met een voorstel gekomen voor een subsidieregeling ´voor de vaste lasten financiering COVID-19 in verband met aanhoudende coronamaatregelen waaronder nachtsluiting´.

Natuurlijk heeft KHN de Kamerleden voorzien van uitgebreide input voor dat debat:

1. Stoppen met steun per 1 oktober kan niet

Op 7 september heeft KHN aan Kamerleden de KHN-steunbegroting aangeboden. Een document waarin met feiten en cijfers wordt onderbouwd waarom steun voor veel horecabedrijven per 1 oktober niet kan stoppen.

2. Aangekondigde steunmaatregel voor Q4 (VLN) is onvoldoende

Het kabinet had al eerder aangegeven met een aanvullende steunoplossing te komen, aanvankelijk voor alleen clubs en discotheken. De zogenaamde Vaste Lasten Nachtsluiting (VNL). Heel kort samengevat het voorstel van het kabinet; een soort TVL voor Q4, maar dan met een omzetdrempel van 50%, vergoeding oplopend van 50 naar 85% en een maximumvergoeding voor het kwartaal 250.000. Het maximum van het staatsteunkader van 1,8 miljoen blijft gelden.

Natuurlijk is het goed, en terecht, dat er een aanvullende oplossing komt voor Q4 voor horecabedrijven. Daar zijn we dankbaar voor, maar we vinden wel dat het beter kan en moet. KHN heeft daarom de volgende input meegegeven aan de Tweede Kamer voor het debat:

• Het ‘bereik’ van de regeling is niet helder. Het blijft onduidelijk of de regeling alleen gaat over omzetderving door de nachtsluiting of dat het een bredere regeling is die geldt voor alle horecabedrijven. Wat KHN betreft is het van belang dat de VLN open staat voor alle horecabedrijven (dus naast eet- en drinkgelegenheden bijvoorbeeld ook voor hotels ). Horecabedrijven hebben niet alleen last van de nachtsluiting, ook de invoering van de coronapas en achterblijvend toerisme en zakelijke bestedingen hebben enorme gevolgen.

• Waarom een beperking in het maximum van de vergoeding op 85%, en waarom een begrenzing van de vergoeding van 250.000? Ondernemers hebben al 1,5 jaar omzetderving achter de kiezen. Trek de lijn van de laatste twee kwartalen, waarbij de vergoeding bij de TVL 100% was, door en doe niet kinderachtig over het maximum bedrag in het zicht van de haven

• Het maximum van het staatsteunkader blijft 1,8 miljoen. Is er ook onderzocht of er andere, snel uitvoerbare regelingen kunnen worden getroffen waarbij die grens niet geldt?

3. VLN geldt alleen voor Q4. Wat gebeurt er in 2022 en wat gebeurt er aan de schuldenberg?

De VLN voor is alleen voor Q4 maar lost de fundamentele problemen niet op. Hét grote probleem voor een flink aantal horecabedrijven zit er straks in dat ze geen of nauwelijks eigen vermogen hebben maar wel zitten met een enorme schuldenberg. Het is daarom dat KHN in de steunbegroting de volgende twee suggesties als onderdeel van de noodzakelijke oplossing heeft aangedragen:

• Een schuldenfonds (bundelen, saneren belastingschuld, NOW- en TVL-schuld en uitsmeren afbetaling met staatsgarantie). De uitvoering moet deels decentraal plaatsvinden om deals tot stand te brengen en de afwikkeling van betalingen kan centraal vanuit dat fonds. Uitgangspunt is continuïteit en dat voor de kleinere onderneming ook stoppen zonder opgelopen coronaschuld mogelijk wordt. De totale belastinguitstel horeca was eind mei ruim € 1,1 miljard.

• Een investering en herstelfonds met onder andere een gerichte staatsgegarandeerde lening tot maximaal € 100.000 (kan uit verschillende EU-steunkaders).