De minister van SZW heeft namens het kabinet recent een wetsvoorstel naar de kamer gestuurd, de Wet Arbeidsmarkt in Balans, dat als doel heeft om ‘vaste’ contracten minder vast te maken en ‘flexibele’ contracten minder flexibel. Dat streven van het kabinet is op zich prima en sommige van de voorgestelde maatregelen zijn dan ook goed te volgen.  

In de concrete uitvoering pakken een aantal maatregelen voor sectoren zoals de horeca, waar niet iedere maand het zelfde aantal uren wordt gewerkt en/of niet iedere maand hetzelfde loon wordt betaald en waar snel geschakeld moet kunnen worden met inroosteren, niet goed uit.

Er zitten namelijk in het huidige wetsvoorstel een aantal financiële prikkels voor werkgevers die als doel hebben dat meer mensen een ‘vast’ contract krijgen. ‘Flex’-contracten krijgen te maken met een flink hogere ww-premie (7,5%) dan ‘vaste’ contracten (2,5%).

Onnodig ingewikkeld en duur

Probleem is dat veel te veel arbeidscontracten straks worden beschouwd als ‘flex’ wat er toe zal leiden dat werkgeven onnodig ingewikkeld en duur wordt. De loonkosten voor werkgevers zullen daardoor onevenredig stijgen wat weer tot gevolg zal hebben dat de arbeidsproductiviteit zal afnemen en de ruimte voor reële loonstijging zal afnemen.

De belangrijkste punten van kritiek van KHN op het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in balans:

  • Het onderscheid tussen ‘vast’ en ‘flex’:
    • Een vast contract voor onbepaalde tijd met elke maand hetzelfde aantal uren en elke maand hetzelfde loon wordt goedkoper: de ww-premie wordt 2,5 %
    • ‘Flex’ wordt duurder (7,5% ww-premie). Flex is niet alleen een contract voor bepaalde tijd maar ook een contract voor onbepaalde tijd dat niet elke maand dezelfde uren en/of dezelfde uitbetaling biedt.

Niet werkbaar in de horeca

Met name de laatste toevoeging is in een sector als de horeca, waar de benodigde inzet van uren (binnen een contract voor onbepaalde tijd) maandelijks kan variëren, niet werkbaar.

  • Oproepwerk moet 4 dagen van te voren worden ingeroosterd, afzeggen of wijzigen wordt dubbel betalen: voor de afgezegde uren en voor de nieuwe uren.
  • Bij een oproepovereenkomst moet na elke 12 maanden het gemiddelde aantal uren (over die 12 maanden) als vaste uren worden aangeboden. Ook als dat werk er niet meer is.
  • De transitievergoeding telt vanaf dag 1, ook voor scholieren, studenten en evident tijdelijk werk.

Zo werkt dat niet!

Niet alleen in de horeca werkt dat zo niet, ook niet in een flink aantal andere branches. Daarom hebben KHN, zeven andere branches, MKB Nederland en VNO-NCW een manifest opgesteld. Dat wordt op 11 december 2018 aan de Vaste Kamercommissie van sociale zaken en werkgelegenheid aangeboden.

Kernboodschappen van het manifest:

  • Geen WW-boete
  • Geen transitievergoeding vanaf dag 1
  • Behoud van flexibiliteit rond oproepovereenkomsten

Dan werkt het beter!

Zie ook