De minister van SZW heeft namens het kabinet recent een wetsvoorstel naar de kamer gestuurd, de Wet Arbeidsmarkt in Balans, dat als doel heeft om ‘vaste’ contracten minder vast te maken en ‘flexibele’ contracten minder flexibel. Dat streven van het kabinet is op zich prima en sommige van de voorgestelde maatregelen zijn dan ook goed te volgen.
In de concrete uitvoering pakken een aantal maatregelen voor sectoren zoals de horeca, waar niet iedere maand het zelfde aantal uren wordt gewerkt en/of niet iedere maand hetzelfde loon wordt betaald en waar snel geschakeld moet kunnen worden met inroosteren, niet goed uit.
Er zitten namelijk in het huidige wetsvoorstel een aantal financiële prikkels voor werkgevers die als doel hebben dat meer mensen een ‘vast’ contract krijgen. ‘Flex’-contracten krijgen te maken met een flink hogere ww-premie (7,5%) dan ‘vaste’ contracten (2,5%).
Probleem is dat veel te veel arbeidscontracten straks worden beschouwd als ‘flex’ wat er toe zal leiden dat werkgeven onnodig ingewikkeld en duur wordt. De loonkosten voor werkgevers zullen daardoor onevenredig stijgen wat weer tot gevolg zal hebben dat de arbeidsproductiviteit zal afnemen en de ruimte voor reële loonstijging zal afnemen.
De belangrijkste punten van kritiek van KHN op het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in balans:
Met name de laatste toevoeging is in een sector als de horeca, waar de benodigde inzet van uren (binnen een contract voor onbepaalde tijd) maandelijks kan variëren, niet werkbaar.
Niet alleen in de horeca werkt dat zo niet, ook niet in een flink aantal andere branches. Daarom hebben KHN, zeven andere branches, MKB Nederland en VNO-NCW een manifest opgesteld. Dat wordt op 11 december 2018 aan de Vaste Kamercommissie van sociale zaken en werkgelegenheid aangeboden.
Kernboodschappen van het manifest:
Dan werkt het beter!