De situatie
Door de aard en veelheid van verschillende activiteiten in een horecabedrijf heeft de horeca te maken met relatief veel regels, vergunningen en toezicht. Dit brengt hoge kosten met zich mee.
Het terugdringen van regeldruk blijft een hardnekkig probleem omdat:
- De horeca een negatief imago heeft (gebaseerd op incidenten) en wordt benaderd vanuit het perspectief van openbare orde en veiligheid.
- Onevenredig veel horecabeleid wordt bepaald door gemeenten (decentraal).
- Er een verschuiving heeft plaatsgevonden naar zogenaamd vrijwillige keurmerken en certificaten (schijnregelgeving).
- De overheid zich, gedreven door maatschappelijke organisaties, laat verleiden tot ‘single issue wetgeving’ (bijvoorbeeld het verbod op gratis plastic tassen), waardoor een wirwar aan kleine regeltjes ontstaat, die bij elkaar grote impact hebben op de horeca.
- De kosten voor het voldoen aan regels niet meer in verhouding staan tot de risicoreductie, die kan worden bereikt.
- Er inmiddels veel nieuwe, andere aanbieders (denk aan: Airbnb en detailhandel die horeca bedrijft) zijn die niet aan (dezelfde) regels hoeven te voldoen; dit verhoogt de door horecaondernemers ervaren regeldruk.
Standpunt KHN
KHN vindt dat regeldruk moet worden teruggebracht en dat dit een impliciet gevolg moet zijn van de verbetering van de kwaliteit van regelgeving en dienstverlening door de overheid.
KHN wil:
- Structureel minder regeldruk als gevolg van gemeentelijk beleid en uitvoering op lokaal niveau, zonder aantasting van de lokale beleidsruimte (voor zover deze functioneel is).
- Toepassing van high trust-principes op goedwillende ondernemers, dus: beperkt en slim toezicht bij goede bedrijven en intensiever en steviger toezicht en handhaving bij slechte bedrijven.
- Bij de nieuwe landelijke wetgevingsprocedures betere toetsing op onder andere noodzaak en toepassing van de zogenaamde MKB-toets.
- Dat de kosten voor toezicht en handhaving van overheidsregels voor rekening van de regelende overheid komen.
Meer informatie