Eind vorig jaar riep DNB-president Klaas Knot de werkgevers in Nederland op de lonen met 5 tot 7 procent te verhogen. Een loonsverhoging die volgens Klaas Knot redelijk was, omdat de winsten van bedrijven gemiddeld genomen hoog genoeg waren in 2022.

In de horeca zijn loonsverhogingen van 5-7% vaak onmogelijk

Een onverantwoorde oproep volgens KHN voor die sectoren waar de winsten helemaal niet zo hoog waren. Zoals de horeca.

De horeca had het al zwaar te verduren gekregen door de corona-epidemie. Veel ondernemers kampen met uitgestelde belastingen die nog terug moeten worden betaald en hebben onvoldoende vet op de botten om te investeren. De energiecrisis, met enorm stijgende energiekosten en daardoor hoge inflatie, en weer harder stijgende inkoop kwam daar nog eens overheen. En wat te denken van het wettelijk minimumloon dat met 10% is gestegen per 1 januari, de horeca-cao die een verhoging per 1 januari van 2% kent en onder voorwaarden een extra periodiek van 2% voor vakvolwassen medewerkers.

In heel veel gevallen is er in de horeca simpelweg geen ruimte voor nog eens extra loonsverhogingen. De oproep van de DNB-president zorgde voor extra druk op de individuele gesprekken met werknemers op de werkvloer.

Dirk Beljaarts in gesprek met Klaas Knot

KHN Directeur Dirk Beljaarts heeft daarom het initiatief genomen voor een persoonlijk gesprek met Klaas Knot. Dat gesprek vond 13 januari plaats en was een open en eerlijk gesprek.

Dirk Beljaarts heeft duidelijk overgebracht waarom in veel gevallen horecaondernemers, ook al zouden ze willen, simpelweg niet in de gelegenheid zijn om meer te betalen dan wet en/of cao voorschrijven. En welke impact een oproep zoals Klaas Knot heeft gedaan dan in de praktijk op de werkvloer heeft.

Klaas Knot op zijn beurt heeft zijn uitlatingen in De Telegraaf en bij Nieuwsuur (op 22 december) in het gesprek met Dirk Beljaarts nader toegelicht. De analyse van de gemiddelde ruimte voor loonsverhogingen is gedaan vanuit het macro-economisch perspectief voor heel Nederland. Dat wil niet zeggen dat alle lonen in Nederland met dat percentage verhoogd kunnen worden. Allereerst gaat het hier om de totale loonsom, dat zijn de contractuele lonen, maar onder andere ook de werkgeversbijdrage aan sociale premies, zoals de pensioenen en incidentele vergoedingen en extra periodieken. Relevant is verder dat de wettelijke verhoging van het minimumloon ook bijdraagt aan de loongroei in Nederland. En – zoals Knot ook zei in het interview in De Telegraaf – het gaat hier om een gemiddelde. Want er zijn natuurlijk bedrijven en bedrijfstakken waar meer loongroei mogelijk is en andere waar dat lastiger is. DNB doet daar geen uitspraak over, het is aan de sociale partners om per cao te bekijken hoeveel loonruimte kan worden benut, ook rekening houdend met de financiële positie van bedrijven en de druk op hun arbeidsmarkt.

Kortom, het gaat om maatwerk.

Dit is in feite in lijn met wat KHN-eind vorig jaar ondernemers heeft mee gegeven als ze meer wilden, maar vooral konden, doen voor hun werknemers dan wet en cao voorschijven. Bijvoorbeeld via een tijdelijke koopkrachtoeslag of een eenmalige uitkering.

Foto: DNB