Op woensdag 29 september vond in de Tweede Kamer een debat plaats over het coronasteunpakket voor ondernemers. Het kabinet maakte eerder bekend dat de generieke steunmaatregelen NOW, TVL, TOZO en TONK per 1 oktober aflopen. Gelukkig komt er toch steun voor Q4. Ook komt er voor de langere termijn een mogelijkheid voor een stukje schuldsanering en een stoppersregeling. Maar helaas stoppen de steunmaatregelen echt per 2022.
Het demissionaire kabinet kondigde vorige week een subsidieregeling aan voor vaste lasten financiering voor bedrijven die getroffen worden door de aanhoudende coronamaatregelen waaronder nachtsluiting (VLN-regeling). Het debat ging met name over de vraag of de steunmaatregelen niet te snel worden stopgezet én of de VLN-regeling dan voldoende is en breed genoeg ingezet kan worden.
Het goede nieuws is dat er voor Q4 een soort voortgezette TVL komt, maar die is wel een stuk strakker vorm gegeven dat de afgelopen kwartalen. Die regeling blijft ook na de stemmingen over de moties zoals het kabinet dat heeft voorgesteld.
De staatsecretaris van Financiën heeft concreet toegezegd volgende week te komen met een voorstel waarbij ook een stuk schuldsanering tot de mogelijkheden behoort. De details daarvan zijn nu nog niet bekend. Ook is er een motie van D66 worden aangenomen waarbij het kabinet wordt opgeroepen om te komen met een regeling waarbij ondernemers kunnen worden geholpen bij het beëindigen van hun onderneming zonder een enorme schuldenlast.
Dat er wordt gekeken naar schuldsanering op langere termijn en een stoppersregeling is goed. Dat staat ook in de KHN steunbegroting. Voor de korte termijn geldt dat het goed is dat er ook in Q4 steun is, maar dat we hadden gehoopt en ingezet op verbetering van die regeling.
Hieronder volgt een uitgebreider verslag van het debat.
Door meerdere partijen werd specifiek aandacht gevraagd voor die sectoren die nog steeds last hebben van coronamaatregelen. Zoals de afgelopen zaterdag ingevoerde verplichting om coronapassen te controleren in de horeca. Maar ook de evenementenbranche en reisbranche werden veel genoemd. Dat heeft zich concreet vertaald in een aangenomen motie van de ChristenUnie die het kabinet oproept om de economische gevolgen van het verplichten van het coronatoegangsbewijs, zoals omzetverlies, te gaan monitoren.
Het kabinet heeft daarvoor de zogenaamde regeling Vaste Lasten Nachtsluiting (VLN) bedacht. Een regeling voor Q4 waarbij bedrijven die meer dan 50% omzetverlies leiden en ook al in Q2 en Q3 TVL hadden in aanmerking komen. De maximale subsidie is dan 85%, het absolute maximum 250.000 over Q4 .
VVD, CDA, D66 en PvdA vroegen het kabinet naar de reikwijdte en de begrenzingen van de VLN -regeling: Voor welke sectoren en bedrijven staat de regeling open? Waarom hanteert het kabinet een maximum op de vergoeding van 85% en waarom de begrenzing van 250.000 euro? Dit zijn precies de vragen die KHN vooraf had ingestuurd aan Kamerleden,
Uit het antwoord van minister Blok werd duidelijk dat het kabinet de eerder gedane belofte om clubs/discotheken (en later breder getrokken die bedrijven die worden getroffen door de nachtsluiting) wilden compenseren maar tegen afbakeningsproblemen aanliepen.
Kort gezegd komt het erop neer dat de regeling open staat voor alle bedrijven die in Q4 meer dan 50% omzetverlies hebben en dus niet alleen de nachthoreca. Dus eigenlijk een aangepaste voortzetting van de TVL.
Aan het eind van het debat dienden Groep Van Haga, BBB en de PvdA een motie in waarin ze het kabinet oproepen niet de drempel van 50%, maar van 30% omzetdaling bij de VLN-regeling toe te passen. Het kabinet ontraadt de motie, die lijkt dus weinig kans van slagen te hebben.
Meerdere partijen vroegen ook naar de periode na Q4, dus vanaf 1 januari 2022, omdat veel sectoren nog jaren te kampen zullen hebben met de naweeën van de coronacrisis. Het antwoord van het kabinet is feitelijk dat het na Q4 stopt en dat bedrijven die daarna nog last hebben zich zullen moeten aanpassen aan een nieuwe realiteit.
De coalitiepartijen zijn het per saldo eens met het besluit van het kabinet om de generieke steunmaatregelen stop te zetten. De alternatieve VLN-regeling kan ook op brede steun van de Kamer rekenen, al wil de linkse oppositie dat er naast vaste lasten ook nog gekeken wordt naar verdere loonsubsidies voor werknemers van getroffen sectoren.
Wel diende D66 een motie in waarin zij de regering verzoekt om samen met financiële instellingen te onderzoeken hoe er liquiditeit beschikbaar kan komen voor bedrijven die door corona kapitaal nodig hebben voor Q4 2021 en Q1 2022. Zodat ze daarna weer op eigen benen kunnen staan.
En ook de motie van D66 om te kijken naar een ‘stoppersregeling’, een regeling waarbij ondernemers kunnen worden geholpen bij het beëindigen van hun onderneming zonder een enorme schuldenlast als gevolg van de coronacrisis, zal een meerderheid krijgen.
De VVD steunde de oproep van KHN aan het kabinet om met een plan te komen voor ondernemers die de coronacrisis uitkomen met problematische schulden. Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën antwoordde dat dit niet makkelijk is. Want het moet ook eerlijk zijn naar ondernemers die wel hun (belasting)schulden hebben betaald. Hij kondigde concreet aan om volgende week, voor de algemene financiële beschouwingen van Financiën, een brief aan de Kamer te sturen. Er wordt nu nagedacht over een oplossing waarbij bedrijven die wel levensvatbaar waren (voor corona) maar straks toch niet in staat zijn om hun schulden in vijf jaar tijd af te lossen worden geholpen met een regeling waarbij voor die bedrijven samen met andere schuldeisers een saneringsbeleid wordt gemaakt. Waarbij iedereen een stukje van de schuld inslikt en de overheid iets doet aan de eigen preferentie schuldeiserspositie. Een oplossing die samen met andere schuldeisers maar ook tijdelijk moet zijn.
Aan het eind van het debat diende de VVD een motie in waarin zij het kabinet vraagt om voor het einde van het jaar te komen met een actieplan probleemschulden waarbij zij uiteenzetten hoe om te gaan met ondernemers met probleemschulden. Ook deze motie is aangenomen wat betekent dat het kabinet met een actieplan moet komen.