Zijn eerste Starbucks-bezoek leidde via vele omwegen tot het Landelijk Bestuur van KHN; voormalig topbankier Anil Soekhoe vertelt over zijn liefde voor chocola, koffie en mensen. Ook geeft hij zijn kijk op de horeca en zijn rol als Landelijk Bestuurslid.
“Toen ik zeven maanden was, ben ik met mijn ouders vanuit Suriname hierheen gekomen. Inmiddels ben ik vijftig, heb ik twee kinderen - van twaalf en tien jaar - en sinds vijf jaar een relatie met Lucia. Zij komt uit Slowakije, dus daar gaan we vier keer per jaar heen. En in oktober gaan we trouwen, in Thailand.
Op mijn achttiende reisde ik voor het eerst naar de Verenigde Staten, daar ontdekte ik Starbucks. Ik zag medewerkers met fudge bezig en dacht: wow, die mensen zijn blij, wat een fantastisch concept. Op mijn negentiende begon ik bij ING en voor mijn werk was ik regelmatig in het buitenland. Altijd dacht ik dan: als ik later groot ben, ga ik ook iets doen met koffie en chocola. Toen ik bij ING internationaal werkzaam was, nam ik regelmatig chocola mee uit Brussel en zag ik in Singapore een chocoladecafé. Het keerpunt kwam in 2013. Nadat mijn zoon was geboren, wilde ik iets achterlaten waarover mijn kinderen zouden kunnen praten. Iets helemaal buiten mijn vakgebied. En ik ben Surinaams, dus iets met eten en drinken. Ik ben bij mezelf te rade gegaan: waar werd ik blij van? Goeie koffie en kwaliteitschocolade. En wat was er in Europa wel al, maar in Nederland nog niet? Een chocoladecafé.”
“Mijn werk is mijn hobby. De liefde en passie die ik in mij heb, zitten in mijn bedrijf Hop & Stork. Ik heb veel energie en een grote drang om iets te doen. Ik wil graag mooie dingen bedenken en mensen enthousiasmeren. Als ex-bankier kijk ik goed naar de mensen, processen en financiën. Hebben je mensen liefde voor het vak in hun hart, dan komt het met de gastvrijheid goed. Dat is het allerbelangrijkste. Zijn de processen goed, dan heb je continuïteit. En als je financiën dat ook laten zien, kun je winstgevend zijn. Aan die laatste knoppen kun je draaien, maar het belangrijkste zijn gastvrijheid en kwaliteit. Als mijn mensen mijn liefde voor producten en mensen kunnen uitstralen, dan volgt de rest vanzelf.”
“In Den Haag heb ik altijd al verschillende bestuursfuncties bekleed en zo ben ik ook tien jaar vicevoorzitter van het bestuur van KHN-afdeling Den Haag geweest. Van daaruit heb ik gereageerd op de vacature voor Landelijk Bestuurslid en afgelopen september ben ik in deze functie begonnen.”
“Ik heb een korte periode met Saskia Geraeds - toenmalig penningmeester - meegelopen en veel van haar meegekregen. Haar opmerkingen en bijdragen gingen over de ratio, maar zij deed dit altijd vanuit haar emotie en op een zachte manier. Ik heb echt kunnen zien, hoe zij de menselijke kant van besturen in het Landelijk Bestuur bracht.
Verder wilde ik eerst de organisatie goed leren kennen. Hoe werkt het Landelijk Bestuur? Hoe werkt de organisatie? Hoe ziet de financiële commissie eruit? Daar heb ik inmiddels een goed beeld van en nu staan er wat regionale bezoeken gepland.”
“Sinds ik landelijk actief ben, zie ik veel meer de voordelen van de regio’s en lokale bestuurders. Toen ik zelf lokaal bestuurder was, zag ik onvoldoende in hoe belangrijk de rol van KHN landelijk is. Lokaal en landelijk kunnen veel van elkaar leren. Vanuit mijn rol als Landelijk Bestuurder wil ik ernaartoe dat we meer met de lokale besturen optrekken.
Een heel belangrijk aandachtspunt voor mij is diversiteit. Dat is breder dan alleen gender, maar ook afkomst, leeftijd, anders-zijn. Van onze 17000 leden is de grote meerderheid van westerse afkomst. Dat is zo gegroeid, maar wel zonde! Want er zijn onder andere zoveel mooie Turkse, Marokkaanse, Aziatische en Chinese restaurants. Bij de horecamedewerkers is die verhouding juist andersom, dus er valt nog veel te winnen. Binnen de lokale besturen en Ledenraad zou het eveneens mooi zijn als er meer diversiteit ontstaat, ook qua leeftijd. Om jonge ondernemers te bereiken is het belangrijk dat we minder vanuit onszelf redeneren en barrières loslaten.
Verder ben ik er voorstander van als we meer kijken hoe andere landen dingen doen. Daarvan kunnen we leren. Onze voorzitter Marijke Vuik is bijvoorbeeld in het kader van belangenbehartiging actief binnen HOTREC (red. de koepelorganisatie voor horecabrancheorganisaties in Europa), dat is heel goed.
Ook voedselverspilling vind ik een belangrijk thema. Ik heb daar echt een hekel aan, altijd al gehad. Dat is één van de redenen dat ik met chocola werk: je kunt het terug smelten. En als we eventueel gebakjes overhebben, dan geven we ze weg. Duurzaamheid staat dicht bij mij, daar zet ik mij zowel binnen mijn bedrijf als KHN voor in.”
“Wees goed voor je mensen. Dan zijn zij goed voor je gasten. Enthousiasmeer en coach je mensen om liefde voor het vak te krijgen. Dat zit ‘m ook in eten en drinken in de zaak. Maak het gratis, laat ze proeven en (in mijn geval) ervaren hoe chocola werkt. Focus je als horecaondernemer (nog) meer op je mensen. Het loont!”
“De gastvrijheidssector gaat wel veranderen. Binnen de horeca kunnen ondernemers meer de handen ineen slaan. Binnen de retail en grote merken zie je dat bedrijven samenwerken op het gebied van arbeid, personeel en producten. Zo’n onderlinge samenwerking, bijvoorbeeld dat Hop & Stork gaat samenwerken met Anne & Max, daar moeten wij als horecasector ook veel meer naartoe.
Daarnaast zie ik in Nederland mooie kansen op het gebied van nieuwe concepten. Als ik aan het reizen ben, zie ik heel gave concepten die wij hier in Nederland nog niet hebben. Of die langzaam in steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht door nieuwe ondernemers worden vormgegeven. Zij laten dan nieuwe dingen zien die voor de Nederlandse horeca echt een verrijking zijn.”