Op Prinsjesdag presenteerde demissionair minister Kaag van Financiën de Miljoenennota voor 2024 aan de Tweede Kamer. We zetten de belangrijkste kabinetsmaatregelen voor je op een rij.
Geen tijd om het hele artikel te lezen? Dit zijn de belangrijkste punten:
|
Vanwege de demissionaire status van dit kabinet ontbreken dit jaar de echt grote plannen. Toch heeft het demissionaire kabinet besloten om twee miljard euro te investeren in het verbeteren van de koopkracht voor mensen met een laag en middeninkomen. Om dit te kunnen realiseren, wordt het aanvangspunt van het hoogste inkomstenbelastingtarief verlaagd. Mensen met hogere inkomens vallen hierdoor eerder in het hogere tarief. Daarnaast worden de accijnzen op tabak en alcohol verhoogd. De mkb-winstvrijstelling gaat omlaag van 14% naar 12,7%. Dit zorgt ervoor dat ondernemers met winst iets meer belasting gaan betalen. Dat scheelt wel wat, maar echt grote significante lastenverzwaringen voor het bedrijfsleven zitten niet in de miljoenennota.
De verkiezingen komen dichterbij en politieke partijen strijden nu al met elkaar, bijvoorbeeld over onderwerpen als de benzineaccijns. De voormalige coalitiepartijen zijn niet meer gebonden aan een coalitieakkoord en tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen zullen alle partijen proberen om ‘cadeautjes’ uit te delen om de gunst van de kiezer te winnen. De grote vraag is hoe en door wie de rekening uiteindelijk betaald zal worden.
Het valt nu al op dat vrijwel alle bekende verkiezingsprogramma's pleiten voor een verdere verhoging van het Wettelijk Minimumloon. Bovendien zal er naar aanleiding van een recent rapport waarschijnlijk een discussie ontstaan over de lage btw-categorieën, wat ook de horeca kan beïnvloeden. De miljoenennota zelf is dit jaar niet bijzonder spannend. De uitdaging ligt in de komende periode vanaf de Algemene Politieke Beschouwingen tot en met de vorming van een nieuw kabinet met nieuwe plannen.
Na de presentatie van de Miljoenennota vinden deze week de Algemene Politieke Beschouwingen plaats, waarbij fractievoorzitters met demissionair premier Rutte debatteren over de begroting van het demissionaire kabinet. In de komende weken volgen de begrotingsbehandelingen van verschillende ministeries. De verkiezingen en verkiezingsprogramma's zullen hierbij een rol spelen, net als de vorming van een nieuwe regering en coalitieakkoord.
De komende periode zetten wij alles op alles om de belangen voor jou als horecaondernemer maximaal te behartigen.
Hieronder volgen in het kort de belangrijkste punten uit de miljoenennota die relevant zijn voor de horeca, net als de voornaamste kwesties die de komende tijd zullen spelen.
Het kabinet stelt voor om de alcoholaccijns te verhogen met 16,2%. In de praktijk komt dit neer op een marginale verhoging: per glas bier van 25 cl circa 2 cent, per glas wijn circa 2 cent en per glas sterke drank circa 5 cent. Voor de accijns op bier wordt per 1 januari 2024 overgegaan van een accijns op basis van graden Plato naar een accijns op basis van alcoholpercentage.
Het kabinet investeert twee miljard euro om kwetsbare huishoudens te ondersteunen. Zo worden het kindgebonden budget en de arbeidskorting verhoogd, evenals de huurtoeslag. Ook wordt het Tijdelijk Noodfonds Energie ingezet om problematische energieschulden tegen te gaan.
Het kabinet gaat door met de al aangekondigde arbeidsmarkthervormingen, maar zet ook in op vereenvoudigingen binnen het sociale zekerheidstelsel. Dit betekent o.a. aanpassing van de Werkloosheidwet en de WIA met als doel om knelpunten en hardheden weg te nemen.
Het is belangrijk dat de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel goed verloopt. Daarom trekt het kabinet extra geld uit om betrokken overheidsinstanties in staat te stellen hieraan bij te dragen. Ook wordt de transitie goed gemonitord.
Ook het belastingplan 2024 is beleidsarm in de zin dat grote stelselwijzigingen nu niet in gang worden gezet. Zo ligt er een ambtelijk advies om tot een eenvoudiger belastingstelsel te komen, maar dat wordt door de demissionaire status van het kabinet nu niet opgepakt.
Een van de maatregelen die worden genomen om de koopkrachtondersteuning te kunnen bekostigen is het verlagen van de mkb-winstvrijstelling van 14% naar 12,7%.
Het kabinet kiest ervoor om de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) te behouden, maar wel op een aantal punten beter aan te laten sluiten op het doel van de regeling. Voorgesteld wordt om duidelijker af te bakenen wat tot het ondernemingsvermogen of beleggingsvermogen wordt gerekend door onroerend goed standaard aan te merken als beleggingsvermogen. Verder gaat de algemene vrijstelling van de BOR omhoog van 1,2 miljoen euro naar 1,5 miljoen euro en wordt de bestaande vrijstelling van 83% boven de 1,5 miljoen euro verlaagd naar 70%.
De Milieu-investeringsaftrek (MIA), de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) en de Energie-investeringsaftrek (EIA) zijn drie regelingen die het kabinet verlengt met vijf jaar, tot en met 31 december 2028. Daarnaast wordt voorgesteld het aftrekpercentage van de EIA per 1 januari 2024 te verlagen van 45,5% naar 40%. Hierdoor daalt weliswaar het financiële voordeel per investering, maar kunnen meer ondernemers gebruik blijven maken van de EIA. Verder heeft het kabinet besloten om het budget van de EIA en de MIA respectievelijk per 2025 en 2027 significant structureel te verhogen. Ook voor de WBSO is extra budget vrijgemaakt, zodat de parameters in de WBSO niet verlaagd worden.
Het kabinet werkt aan de verdere invulling van het programma vermindering regeldruk voor ondernemers. Het accent ligt hier de komende periode vooral op de totstandkoming van een reductieprogramma met concrete maatregelen op basis van de knelpunten zoals opgehaald in het mkb-indicator bedrijvenonderzoek, waarin een zestal sectoren (waaronder de horeca) zijn doorgelicht op ervaren regeldruk.
Belangrijk voor KHN is dat ‘regeldruk’ als thema wordt opgenomen in de plannen van een nieuw kabinet en dat het aangekondigde reductieprogramma ook acties bevat waarmee echt invulling wordt gegeven aan de concrete suggesties die door de onderzoekers van Sira in het indicatorenrapport zijn gedaan.
Diverse politieke partijen pleiten voor een verhoging van het WML. Per 1 januari 2024 zal het WML voor horecawerknemers sinds 1 januari 2023 al met meer dan 20% zijn gestegen door eerder aangekondigde verhogingen.
Verder verhogen van het WML, zoals in veel verkiezingsprogramma’s staat, is volgens KHN onverantwoord, aangezien dit druk zal uitoefenen op loonkosten en prijzen, zonder aantoonbare voordelen voor werknemers. De marges zullen nog verder onder druk komen te staan.
Volgens KHN is een verhoging van het WML het verkeerde instrument om bestaanszekerheid te vergroten. Het zou beter zijn om te kijken naar het verlagen van bijvoorbeeld de (loon)belastingen, zodat er meer netto-inkomen overblijft, of om het toeslagensysteem te herzien. Dit systeem is niet alleen kostbaar, maar heeft ook een ontmoedigend effect om meer te gaan werken. Dit zijn misschien minder populaire en complexere maatregelen, maar vormen een breder pakket aan oplossingen waarover de discussie zou moeten gaan, in plaats van simpelweg het WML te verhogen en werkgevers met de rekening op te zadelen.
Voor de zomer is er een rapport van Dialogic door de staatssecretaris van Financiën naar de Tweede Kamer gestuurd waarin de doeltreffendheid en de doelmatigheid van verschillende producten en diensten met het lage btw-tarief in Nederland zijn geëvalueerd. Dit lage tarief is ook van toepassing op veel diensten in de horeca.
In de Miljoenennota en het Belastingplan voor 2024 staat niets over mogelijke plannen voor het lage btw-tarief. Wel heeft de Staatsecretaris van Financiën aangekondigd op Prinsjesdag een Kamerbrief met de kabinetsreactie naar aanleiding van het evaluatieonderzoek aan de Kamer te sturen. Op het moment van verzenden van de elektronische nieuwsbrief was deze brief nog niet openbaar.
Maar vanzelfsprekend zullen we dit dossier nauw volgen, omdat het mogelijk grote impact op de horeca kan hebben. Onze inzet: behoud van het lage btw-tarief voor de horeca.
De Koning gaf in de door hem tijdens de Troonrede uitgesproken boodschap uit dat er weer aandacht moet komen voor het ondernemersklimaat, waaronder een voorspelbaar fiscaal klimaat.
‘Verdienen voor verdelen’ waren de woorden van de Koning. Uitspraken waar KHN zich volledig in kan vinden.
Ondernemers ervaren de laatste jaren een toename in werkgevers- en fiscale lasten en regeldruk. Dit tast hun marges aan en leidt hen af van het ondernemen. De overmatige regelgeving legt extra druk op de winstmarges van ondernemers en dwingt hen om meer tijd te besteden aan het voldoen aan voorschriften dan aan ondernemen. Steeds vaker horen we van ondernemers dat het ondernemingsklimaat ongunstig is geworden en dat ondernemen niet langer rendabel lijkt. Kortom, het plezier in ondernemen lijkt te verdwijnen. Er is behoefte aan een herziening van de benadering van ondernemerschap, waarbij het ondernemersklimaat weer inspirerend wordt in plaats van beperkend.
Bekijk de input die we in augustus leverden voor de partijprogramma’s